Mijn kind heeft faalangst

17/10/2019

Emma (5 jaar) durft niets te zeggen in de kring als ze de beurt krijgt. Ook al hebben Emma’s ouders van tevoren met haar besproken wat ze kan vertellen. 
Jesse (10 jaar) wordt al zenuwachtig bij het idee dat hij een toets heeft. Hij wil graag een goed cijfer halen, maar denkt dat hij het niet kan.

Merk jij dat jouw kind bang is om het niet goed genoeg te doen en last heeft van faalangst? Wil je jouw kind helpen om zich zekerder te voelen? Lees hier hoe je faalangst herkent bij jouw kind en wat je eraan kunt doen.

Wat is faalangst bij kinderen?

Als jouw kind last heeft van faalangst, is het bang om niet aan de gestelde verwachtingen te voldoen. Het niet goed genoeg te doen, te falen. Faalangst komt alleen voor in bepaalde situaties en is gekoppeld aan een taak. Bijvoorbeeld op school bij het praten in de kring of het maken van een toets.

Er zijn drie soorten faalangst:

  • Cognitieve faalangst: angst in het leren, zoals bij schoolse taken. De angst voor een negatief resultaat is zo groot, dat het daardoor vaak juist mislukt. Bijv. angst voor toetsen, spreekbeurten.
  • Sociale faalangst: angst in de omgang met anderen. Als je kind sociale faalangst heeft, is het bang om afgewezen te worden of niet leuk genoeg te zijn.
  • Motorische faalangst: de angst om fouten te maken bij motorische taken. Zoals tekenen, gym, knutselen.
Hoe herken ik faalangst bij mijn kind?

Faalangst kan zich lichamelijk uiten en je kunt het zien aan het gedrag van jouw kind. Dit kun je merken aan jouw kind als het last heeft van faalangst:

  • Negatief over zichzelf praten, ‘Ik kan het niet’, ‘Ik ben dom’, ‘Anderen zijn beter’.
  • Onzeker over zichzelf, eerst kijken hoe anderen het doen.
  • Spanning voor nieuwe dingen.
  • Moeilijke dingen uit de weg gaan, dingen kiezen die te makkelijk zijn.
  • Snel opgeven als het niet lukt.
  • Geen hulp durven vragen of juist steeds om hulp vragen.
  • Gespannen houding, verkrampen.
  • Last hebben van hoofdpijn, buikpijn, misselijkheid.
  • Slecht slapen.
  • Gevoelig voor kritiek, veel bevestiging nodig.
  • Niet willen opvallen, zich onzichtbaar maken.
  • Clownesk gedrag, zichzelf overschreeuwen.
  • Perfectionisme, hoge lat voor zichzelf.
  • Blokkeren of gaan huilen als het moet presteren.

In de faalangst training Apetrots zien we dat kinderen met faalangst het fijn vinden om te leren hoe ze zich zelfverzekerder voelen, moeilijke dingen durven te doen en zichzelf aanmoedigen met ‘Ik kan het wel’.

Oorzaken faalangst: hoe komt het dat mijn kind faalangst heeft?

Faalangst heeft te maken met het zelfbeeld van je kind en welke mindset het heeft met betrekking tot leren. Als jouw kind onzeker is over zichzelf, heeft het minder vertrouwen in zijn kunnen. Of als jouw kind een hoge lat heeft, streng is voor zichzelf, zal het zichzelf eerder bekritiseren. Daarnaast gaat het om zijn mindset: hoe denkt het over leren, fouten maken, iets nog niet kunnen? Je kind kan een vaste mindset (ik ben er nu eenmaal niet goed in) hebben of een groei mindset (door te oefenen, kan ik er beter in worden).

Uiteraard speelt ook mee hoe jij zelf met ‘falen’ omgaat: ben jij aardig voor jezelf of ziet jouw kind dat jij jezelf veroordeelt als je iets fout doet?

Tips voor als jouw kind faalangst heeft

Hieronder vind je tips om jouw kind te helpen met zijn faalangst:

  • Versterk het zelfvertrouwen van je kind. Dit kun je doen door jouw kind bewust te maken van zijn positieve kanten (bijv. met de Trots-pot), te complimenteren om zijn inzet in plaats van het resultaat en jouw kind zoveel mogelijk zelf te laten oplossen.
  • Ga er niet tegenin als jouw kind zegt ‘Ik kan het niet’. Zeg niet ‘Je kunt het wel’, want jouw kind gelooft dit nu niet. Het helpt meer om erkenning te geven: ‘Je vindt het lastig’ of ‘Je wil het graag kunnen’.
  • Grijp terug op eerdere succeservaringen: ‘Weet je nog …., wat je toen hebt gedaan?’ of ‘Hoe is het jou eerder gelukt, toen je het ook moeilijk vond?’
  • Help je kind om positieve ervaringen op te doen. Vindt jouw kind iets spannend of moeilijk? Doe dit dan in kleine stapjes, zodat jouw kind zelfvertrouwen opbouwt. Bijvoorbeeld zelf een ijsje durven bestellen: thuis oefenen wat je kunt zeggen, eerst samen gaan, dan wachten op afstand, daarna gaat jouw kind zelf.
  • Laat jouw kind zichzelf complimenten geven. Als jouw kind moeilijk complimenten aanneemt, kun je vragen: ‘Hoe vind je het van jezelf dat je …?’. Lees hier meer: Mijn kind wil geen complimenten.
  • Oefen hoe je jezelf aanmoedigt (positief denken). Leg het verschil uit aan jouw kind tussen denken ‘Ik kan het niet’ en ‘Ik kan het wel’. Meestal lukt het niet als je denkt dat je het niet kunt. Vraag: ‘Hoe kun je jezelf aanmoedigen?’. Deze poster positief denken kun je gebruiken.
  • Help je kind om te ontspannen. Als jouw kind gespannen is voorafgaand een prestatiemoment, kun je de spanning verminderen door oefeningen. Zoals door je buik ademhalen of je spieren spannen en ontspannen. Lees meer: ontspanningsoefeningen kind.
  • Laat zien dat fouten maken niet erg is. Je kunt zien hoe je zelf ermee omgaat: ‘Oeps, foutje, even oplossen’. Of help je kind relativeren: ‘Hoe erg is het?’.

Deze boeken kun je met jouw kind over faalangst lezen: Het meisje dat nooit fouten maakte, Je fantastische elastische brein, Ik kan het niet en Feedback is fantastisch.

Lees meer
Faalangst training voor jouw kind?

Merk je dat jouw kind wordt belemmerd door zijn faalangst en zou je graag willen dat het juist gelooft in zichzelf? Dan kan een training zelfvertrouwen kind 4-7 jaar of training zelfvertrouwen kind 8-12 jaar jouw kind verder helpen.

Hoe maak ik mijn kind weerbaar tegen pesten?Mijn kind helpen om vrienden te maken