Tips voor als je kind moeilijk tegen zijn verlies kan

21/01/2016

Wordt jouw kind boos als het een spel verliest? Of staat het te huilen op het veld als het de voetbalwedstrijd heeft verloren? Er kunnen verschillende redenen zijn dat je kind moeilijk tegen zijn verlies kan. In dit artikel lees je wat hier achter zit en hoe je jouw kind helpt om beter tegen zijn verlies te kunnen.

Meer geconfronteerd met winnen en verliezen

Vanaf de kleutertijd komt je kind steeds meer in aanraking met spelletjes met regels. Denk bijvoorbeeld aan tikkertje, voetballen, verstoppertje en bordspelletjes. Spelletjes met regels helpen je kind zijn sociale vaardigheden te ontwikkelen. Je kind leert onder meer op zijn beurt wachten, zich houden aan afspraken, tegen zijn verlies kunnen. En dat laatste is precies wat veel kinderen lastig vinden. Als ze verliezen, worden ze boos of gaan ze huilen.

Vanaf welke leeftijd kan mijn kind tegen zijn verlies?

Peuters en kleuters kunnen meestal niet goed tegen hun verlies, omdat ze de regels van het spel nog niet goed begrijpen en niet kunnen relativeren. Ze reageren primair en leven in het nu, ze snappen niet dat het ‘maar’ een spelletje is en je de volgende keer misschien wel kunt winnen. Rond de 7 á 8 jaar kunnen kinderen makkelijker samenwerken en begrijpen ze de spelregels beter. Vanaf deze leeftijd kunnen ze beter tegen hun verlies.

Mijn kind kan niet tegen zijn verlies: waarom niet?

Jonge kinderen vinden het vaak moeilijk als ze verliezen, ze reageren primair en kunnen boos worden of gaan huilen. Ook als je kind ouder is, kan het moeite hebben om verlies te accepteren. Hoe komt het dat je kind dit moeilijk vindt?

  • Zelfvertrouwen: je kind ervaart verliezen als falen: ‘Zie je wel, ik kan het niet’. En van daaruit heel boos of verdrietig worden. Je kind kan spelletjes gaan vermijden en smoesjes verzinnen om niet mee te hoeven doen.
  • Een hoge lat: je kind is ambitieus en gaat voor het hoogst haalbare resultaat. Je kind heeft bijvoorbeeld hard getraind om in een hoger team te komen, maar mag nog niet door. Bij een hoge lat (en hoge verwachting) is de teleurstelling groot als het niet lukt.
  • Een sterke eigen wil: je kind wil met het spelletje laten zien dat het de beste is en heeft bedacht om de winnaar te worden. Hij wordt boos als het niet gaat zoals hij wil en kan vals gaan spelen om toch te winnen.

Mijn kind wordt heel boos als het verliest

Misschien zeg je al vaak tegen je kind dat het maar een spelletje is en wordt jouw kind toch heel boos of gaat het huilen als het verliest. Als jouw kind emotioneel reageert, kan het lastig zijn om nog spelletjes samen te doen. Of als jouw kind gaat schelden op zijn teamgenoten in een voetbalwedstrijd, kan dit voor wrijving zorgen tussen hem en andere kinderen. Dan kun je kijken hoe je jouw kind kunt helpen makkelijker tegen zijn verlies te kunnen.

We merken in onze training zelfvertrouwen dat het kinderen helpt als zij leren om te focussen op het proces in plaats van het resultaat, te genieten van het spel, verlies te accepteren en te balen op een passende manier.

Tips voor als je kind niet tegen zijn verlies kan

Deze tips kunnen jouw kind helpen makkelijker om te gaan met competitie en winnen en verliezen:

  • Maak het competitie-element niet te groot. Aan alleen het resultaat (winnen) heb je niet zoveel als je de reis ernaartoe niet weet. Spelletjes zijn leuk en je leert er meer van. Benoem dit ook naar je kind: ‘Winnen is leuk, maar het is nog belangrijker dat je weet hoe je kunt winnen. En dat leer je door soms goed te verliezen’.
  • Help je kind teleurstelling te accepteren. Je kind kan zich teleurgesteld voelen omdat het verloren heeft en dit uiten door boosheid of tranen. Help je kind hiermee om te gaan door begrip te geven voor zijn gevoel: ‘Ik snap wel dat je je teleurgesteld voelt, want je wilde graag winnen.’ Meer tips lees je hier.
  • Kies van tevoren allemaal een (haalbaar) doel. Speel je met elkaar een spel of heeft je kind een wedstrijd? Laat je kind iets kiezen wat het wil bereiken. Het kan niet voor ‘winnen’ kiezen. Je kind kan bijvoorbeeld als doel kiezen om vijf ballen tegen te houden of drie pionnen in zijn vakje te krijgen.
  • Geef complimentjes over de inzet en het doorzettingsvermogen van je kind. Bijvoorbeeld over hoe het gelukt is om te winnen of dat je zag dat je kind toch bleef proberen, ook al stond hij achter.
  • Bedenk samen de regels van het spel. Je legt de focus dan op ‘samen leuk een spel spelen’ en je kind leert meteen omgaan met afspraken. Bedenk om de beurt een regel, bijvoorbeeld: ‘Als we 6 gooien, moet je een gek dansje doen’.
  • Laat je kind niet altijd winnen. Je kind zal vaker in zijn leven teleurstellingen meemaken; om hiermee om te kunnen gaan, helpt het om dit mee te maken.
  • Vertel hoe jij het vindt als je het spel verliest: ‘Jammer dat ik verloren heb, ik vond het wel heel leuk om met je samen te spelen’. Benoem vooral het samen spelen.

Lees meer
Jouw kind helpen beter tegen zijn verlies te kunnen?

Tegen je verlies kunnen, is een vaardigheid die veel kinderen nog kunnen ontwikkelen. En die samenhangt met zelfvertrouwen, positief denken en emotieregulatie. Wil je dat jouw kind zelfverzekerder wordt en beter tegen zijn verlies kan?

Laat je kind meedoen met de training zelfvertrouwen kind 4-7 jaar of training zelfvertrouwen kind 8-12 jaar of de individuele training Apetrots!

Poster: Zo ga je om met kritiekPoster: Zo wordt jouw kind een doorzetter