Heeft jouw kind last van faalangst? Dit kan al op jonge leeftijd beginnen. Huilen, boos worden als iets niet lukt, opdrachten niet willen doen, zeggen ‘Ik kan het niet’, snel opgeven. Hoe kun je jouw kind hiermee helpen en geef je het zelfvertrouwen? Lees verder voor tips in het omgaan met de faalangst van je kind.
Faalangst kenmerken kind
Faalangst wordt vaak zichtbaar als je kind naar de basisschool gaat en bijvoorbeeld werkjes moet maken. Bekijk hier de kenmerken faalangst kind of lees ze hieronder:
- Je kind zegt regelmatig: ‘ik kan het niet’.
- Je kind is afwachtend en probeert het niet eerst zelf als het niet weet wat het moet doen.
- Je kind vraagt voortdurend om hulp.
- Je kind geeft snel op, stopt als iets niet lukt.
- Je kind zoekt veel bevestiging dat hij het goed doet.
- Je kind weigert bepaalde opdrachten te doen of doet niet mee in de groep.
- Je kind gaat huilen of wordt boos als iets niet lukt.
- Je kind wil niet naar school of gaat met tegenzin.
Welke kenmerken van faalangst zie jij in het gedrag van je kind?
Hoe krijgt mijn kind meer zelfvertrouwen?
Je kind ontwikkelt zelfvertrouwen door positieve ervaringen, waarin het merkt dat hij het zelf kan (oplossen). Hiervoor heeft het ruimte en vertrouwen van jou nodig. Bijvoorbeeld als je kind om hulp vraagt, dan wacht je even en herhaal je wat je kind zegt: ‘O, je krijgt de kraan niet dicht.. (stilte) Wat nu?’. Zo wordt je kind geactiveerd tot zelf oplossen en daarmee groeit zijn zelfvertrouwen.
Lees ook: Zo stimuleer je een positief zelfbeeld bij je kind.
7 Tips voor als je kind last heeft van faalangst
Jij kunt je kind helpen om zelfvertrouwen te ontwikkelen. Hoe doe je dit? Help jouw kind met deze tips om minder last te hebben van faalangst:
- Geef je kind de tijd om na te denken: soms zegt je kind ‘ik weet het niet’, maar is het nog bezig met nadenken. Wees niet te snel met je antwoord en zeg je kind dat hij er even over mag nadenken.
- Laat je kind kiezen als hij het niet weet: stel je een vraag en zegt je kind dat hij het niet weet? Bied twee of drie mogelijkheden aan en laat je kind kiezen. Dit zorgt ervoor dat je kind toch het gevoel heeft dat hij het zelf weet.
- Vervang ‘goed en fout’ door ‘helpend en niet helpend’: je kind is er gevoelig voor om te horen dat iets niet goed ging. Dus van: ‘Je houdt je kwast niet goed vast’ naar: ‘Het helpt je meer als je de kwast zo vast houdt’.
- Verdeel een taak in kleine stapjes: je kind gaat makkelijker aan de slag als de taak overzichtelijk is en voor hem te doen lijkt. Je kunt je kind ook vragen: ‘Waar ga je als eerste mee beginnen?’. Denk hierin met je kind mee als hij het niet weet.
- Help je kind een klein stukje op weg: vraag je kind in een voor hem lastige situatie ‘wat kun jij hiervan zelf doen?’ en ‘wat kan mama doen om jou te helpen?’.
- Vertel ‘Je kunt het nóg niet’ als je kind zegt dat hij het niet kan: hiermee spreek jij je vertrouwen uit naar je kind dat je gelooft dat hij het kan leren.
- Haal eerdere succeservaringen erbij: vraag je kind ‘Hoe is het je toen gelukt?’ en ‘Wat deed jij toen wat hielp?’. Je kind herinnert zich dat het eerder ook gelukt is en krijgt ideeën hoe het aan te pakken op basis van de vorige keer.
Bij jonge kinderen lijkt het soms dat ze nog veel geholpen moeten worden en het nog niet zelf kunnen bedenken. Je zult zien dat als jij je kind bewust het vertrouwen geeft dat hij het kan, je kind dit voelt en ineens veel meer uit zichzelf gaat doen. Succes!
Lees meer
Faalangst training kind
Gun jij je kind meer zelfvertrouwen en een positief zelfbeeld? Laat je kind een training zelfvertrouwen kind 4-7 jaar of training zelfvertrouwen kind 8-12 jaar doen.
Download gratis de poster met kenmerken van faalangst
Poster: Signalen faalangst bij jonge kinderen
