Om te kunnen delen, moet je je kunnen verplaatsen in dat de ander ook wil hebben wat jij hebt. En iets wat jij hebt, weggeven. Daarom is delen voor peuters nog moeilijk en begint het vanaf zeven jaar makkelijker te worden om te delen.
Vindt jouw kind het moeilijk om te delen en speelt hij het liefst alleen met zijn speelgoed? Lees in dit blog tips om je kind te leren delen.
Vanaf welke leeftijd zou je kind moeten kunnen delen?
Om te kunnen delen, moet je je kunnen inleven in wat de ander wilt en voelt. Hiervoor is het nodig dat je begrijpt dat de ander ook dat wil hebben waar jij mee speelt. Dat je rekening kunt houden met de ander. Op welke leeftijd wordt verwacht dat je kind kan delen?
- 2-3 jaar: je kind kan nog niet goed delen en bewaakt wat hij heeft.
- 4-6 jaar: je kind kan dingen weggeven als manier van contact maken met andere kinderen. Delen is vaak nog wel moeilijk, hij houdt het liefst het meeste voor zichzelf. Je kind begrijpt wel dat het hoort te delen: ‘samen spelen = samen delen’.
- 7-8 jaar: je kind kan makkelijker delen en krijgt meer oog voor de behoeften van andere kinderen.
- 9 jaar en ouder: vanaf deze leeftijd kan je kind zich pas echt goed inleven in anderen en rekening houden met anderen. En begrijpt het dat je soms meer krijgt als je dat nodig hebt.
Mijn kind kan moeilijk delen: is dat een probleem?
Het ligt eraan hoe oud je kind is en hoeveel last jij en je kind ervan hebben. Van peuters kun je niet verwachten dat ze speelgoed delen. Hierover boos worden of dit afdwingen heeft dan ook geen zin, omdat ze dit eenvoudigweg nog niet kunnen. Moeilijk kunnen delen wordt een probleem als je kind hier last van krijgt in sociale situaties. Bijvoorbeeld als andere kinderen hierdoor minder met hem willen spelen.
Met deze 7 tips kun jij je kind helpen leren delen
Met deze tips help jij je kind om makkelijker te kunnen delen:
- Benoem wat delen je oplevert. Zeg bijvoorbeeld bij het opscheppen van het eten dat het zo fijn is dat iedereen wat heeft, dan kun je er samen van genieten. Geef zelf het goede voorbeeld met delen, kinderen leren door af te kijken van anderen.
- Laat je kind oefenen door dingen uit te delen die niet van hem zijn. Je kunt je kind bijvoorbeeld snoepjes laten uitdelen aan anderen. En hem een beetje verantwoordelijkheid geven: ‘Kun jij ervoor zorgen dat iedereen evenveel heeft?’.
- Vraag wat erachter zit dat je kind moeilijk deelt. Is het bang dat anderen zijn spullen kapot maken, dat ze kwijtraken, dat hij dan niets te doen heeft? Samen kunnen jullie zorgen voor een oplossing.
- Geef je kind ook ruimte om niet te delen. Je kind hoeft niet altijd te delen. Soms mag het ook dingen voor zichzelf houden. Nieuw speelgoed dat van jou is, hoef je niet te delen. Het is juist heel gezond als je kind zijn grens kan aangeven in wat het wel en niet wilt. Leg het weg als er andere kinderen komen spelen.
- Laat je kind merken dat zijn spullen veilig zijn. Soms vindt je kind het moeilijk om te delen, omdat het bang is dat zijn spullen kapot gaan of verdwijnen. Je kind moet dan eerst ervaren dat zijn spullen veilig zijn, voordat hij het kan weggeven. Laat je kind een speciale doos maken waarin spullen komen die hij niet wil delen.
- Benoem de emoties en behoeften van anderen. Vertel je kind dat het andere kind ook graag met de auto wil spelen.
- Laat je kind iets weggeven van zijn speelgoed aan een goed doel. Dit kan helpen in het oog hebben voor de ander en leren delen. Laat je kind iets kiezen van zijn speelgoed waar het niet meer mee speelt. Dit kun je bijvoorbeeld geven aan de Schoenendoosactie of een ander initiatief.
Lees meer
Jouw kind helpen zich meer in te leven in anderen?
Als je kind het moeilijk vindt om te delen, vindt hij het vaak lastig om zich in te leven in andere kinderen. Mogelijk heeft je kind er baat bij om te groeien in zijn sociale vaardigheden, zodat het makkelijker met anderen omgaat.
Laat je kind een sova-training kind 4-7 jaar of sova-training kind 8-12 jaar doen.
