Waarom 'Stop, hou op!' vaak niet werkt en wat je wel kunt doen

25/08/2016

Op school wordt kinderen ‘Stop, hou op!’ geleerd om te zeggen als anderen iets vervelends doen, maar vaak is dit niet genoeg. Want soms luistert de ander niet en gaat hij gewoon door. Lees in dit blog waarom ‘Stop, hou op!’ niet genoeg is en wat je kind nog meer kan doen om de ander te laten stoppen.

‘Stop, hou op!’

Voor jezelf opkomen en je grenzen aangeven, kan best lastig zijn. Je moet je bewust zijn van wat je vervelend vindt en dat ook durven aangeven op een handige manier. Kleuters hebben nog weinig inzicht in hun eigen gedrag en dat van anderen. Ze zijn op zichzelf gericht en daardoor zich niet altijd bewust van dat ze iets doen wat de ander niet leuk vindt. Daarom is ‘Stop, hou op!’ in het leven geroepen: je mag het altijd zeggen als je iets niet wilt. Een simpel zinnetje wat rijmt en goed te onthouden is.

Lees ook: de sociaal-emotionele ontwikkeling van kleuters

Waarom ‘Stop, hou op!’ vaak niet genoeg is

Het is goed dat kinderen wordt geleerd om hun grens aan te geven. Helaas blijkt ‘Stop, hou op!’ niet altijd voldoende. Misschien komt je kind thuis na een conflict en vertelt het dat het al een paar keer ‘Stop!’ had gezegd en de ander gewoon doorging. Met een gefrustreerd en machteloos ‘Dat helpt toch niet!’ tot gevolg. Waar heeft dit mee te maken?

  • Alleen ‘Stop, hou op!’ zeggen is niet voldoende, het gaat er vooral om hóe je het zegt.
  • Soms is ‘Stop, hou op!’ niet concreet genoeg en snapt het andere kind niet wat je vervelend vindt.
  • Er wordt zo vaak ‘Stop, hou op!’ gezegd dat het niet meer zoveel indruk maakt op het andere kind.

Dat de lading er een beetje af is, blijkt wel uit dat kinderen vaak het hele riedeltje opzeggen: ‘Stop, hou op! Je bent een Barbiepop …’. En dat komt natuurlijk niet zo overtuigend over. Het gaat er namelijk vooral om hoe je kind zijn grens aangeeft.

Hoeveel invloed je uitstraling heeft op hoe de ander reageert

Wat in onze trainingen steeds weer bleek, is dat je kind wel ‘Stop, hou op!’ kan zeggen, maar als het er onzeker bij staat, zachtjes praat en de ander niet aankijkt, zal het niet overtuigend overkomen. Het andere kind reageert op wat jouw kind uitstraalt. Daarom hebben onzekere kinderen ook meer kans om gepest te worden. Door hun onzekere gedrag geven ze anderen onbedoeld de boodschap dat ze makkelijk gekwetst kunnen worden.

Zelfrespect uitstralen is noodzakelijk

Het gaat er dus om dat je kind durft te laten zien dat het zelfrespect heeft en zichzelf serieus neemt. Dit oefen ik regelmatig met kinderen die weerbaarder willen worden. Ze ervaren hoe de ander reageert als je onzeker je grens aangeeft of als je stevig staat, boos kijkt en duidelijk zegt wat je vervelend vindt. Hiervoor is het natuurlijk wel nodig dat je zelfvertrouwen hebt en weet dat je voor jezelf mag opkomen en hoe je dit kunt doen.

Hoe je jouw kind kunt leren om stevig zijn grens aan te geven

Bij het aangeven van je grens, gaat het om drie vaardigheden:

  • Stevig staan: doordat je kind stevig staat, laat het zien dat het zichzelf serieus neemt en niet zomaar dingen laat gebeuren die het niet wil.
  • Overtuigend kijken: als je kind half lachend roept dat de ander moet stoppen, heeft deze niet door dat je kind het niet leuk vindt. Als je kind iets vervelend vindt, kan het helpen om zijn wenkbrauwen te fronsen en streng/boos te kijken naar de ander.
  • Duidelijk vertellen wat je vervelend vindt: vaak geeft ‘Stop, hou op!’ niet voldoende weer wat je kind vervelend vindt en is het nodig om concreter te zijn: ‘Ik vind het niet leuk dat je me duwt, stop ermee!’.

Wat je kind nog meer kan zeggen in plaats van ‘Stop, hou op!’

Zoals hierboven al staat beschreven, en wat we van ouders na de weerbaarheidstraining voor kinderen vaak terugkregen, helpt het als je kind concreet vertelt wat het vervelend vindt aan het gedrag van de ander. Daarnaast kan het ook helpen om te vertellen wat het gedrag van de ander met je doet, hoe je je hierdoor voelt. Hieronder vind je een aantal zinnen die jouw kind kan zeggen om de ander te doen stoppen:

  • ‘Het doet zeer als je in mijn oor schreeuwt, praat wat zachter’.
  • ‘Geef het terug, want ik was ermee aan het spelen’.
  • ‘Ik wil niet dat je voordringt, want ik ben nu aan de beurt’.
  • ‘Ik vind het niet aardig als je dat zegt, hoe vind je het als ik dit tegen jou zeg?’.
  • ‘Ik vind het vervelend dat je me steeds tikt, hou ermee op’.
  • ‘Ik vind het niet meer leuk en wil dat je stopt’.

Om de ander daadwerkelijk te laten stoppen, is het noodzakelijk dat je kind een stevige houding heeft, overtuigend kijkt en duidelijk is in wat het vervelend vindt.

Lees meer
Jouw kind weerbaarder?

Wil je graag dat jouw kind stevig voor zichzelf durft op te komen? Dan is een weerbaarheidstraining kind 4-7 jaar of weerbaarheidstraining 8-12 jaar iets voor jouw kind.

Mijn kind heeft last van heimweeMijn kind durft niets te vragen in de klas